Heffingen op stroom bedreigen gemeentelijke inkomsten

Op 9 oktober 2003

Dinsdagavond besprak de commissie 'financiën' van de stad Mechelen o.m. de te verwachten inkomsten uit de energiemarkt (PIDPA, IVERLEK, FINILEK). Schepenen BLAVIER en STEVENS wonden er geen doekjes om: een belangrijk deel van de inkomsten van de stad is bedreigd ! 't Is spijtig, maar het is zo: daarmee geven ze ondergetekende, die dit al maanden verkondigde, gelijk.

Waarover gaat het in dit toch wel technisch ingewikkeld dossier?

Zowel de federale als de Vlaamse regering hebben de voorbije maanden en jaren heffingen op het elektriciteitsverbruik ingevoerd (die dienen o.m. voor - en/of worden besteed aan de financiering van het zgn. "Kyotofonds", de afbouw van de nucleaire energie, de werking van de reguleringscommissie voor electriciteit en gas (de zgn. "CREG"), de financiering van sommige kosten van de OCMW's, de compensatie voor de gemeentelijke dividendverliezen, enz.).

Daarnaast leiden verplichtingen opgelegd aan de netbeheerders (zoals gratis stroom, plaatsen budgetmeters (die elk op zich zo'n 1000 EUR kosten), exploitatie van de openbare verlichting (wat tot voor kort aan gunsttarieven kon), bonnen voor spaarlampen, enz.) tot bijkomende kosten voor de leveranciers, en dus voor de eindverbruikers. Omdat dit door de Vlaamse Regering voorgestelde "cadeautje" deel uitmaakt van de openbare dienstverplichtingen, kunnen de netwerkbeheerders de kosten ervan immers doorrekenen aan de leveranciers, die van hun net gebruik maken om de energie tot bij hun klanten te brengen. En die leveranciers, U begrijpt het plaatje, zullen op hun beurt niets anders doen dan dit aan de gebruikers door te rekenen (dus, m.a.w., naast minder inkomsten voor de stad ook nog eens duurdere facturen voor de gebruikers, U en ik).

Federaal minister van Energie Moerman kondigde vorige week wel aan dat ze een plafond wil op de federale energieheffingen (slechts voor dit laatste is zij bevoegd. De Vlaamse Regering kondigde nog niets soortgelijks aan). Zo zegt ze de stroomprijs voor grote bedrijven (die rechtstreeks elektriciteit afnemen van het hoogspanningsnet) concurrentieel te willen houden. Maar zelfs dit voornemen heeft een belangrijke keerzijde, want wanneer die heffingen een bepaald bedrag moeten opbrengen, betekent het plafond dat een groter deel van de heffingen zullen wegen op de (relatief) kleinere afnemers van het distributienet (onder de 70 kV).

Ondernemingen die nu op dat net zijn aangesloten, kunnen omwille van het prijsverschil beslissen om naar een aansluiting op het hoogspanningsnet over te schakelen. Dit verkleint het stroomverbruik over het distributienet, met nog hogere heffingen tot gevolg.

De stad Mechelen, die als aandeelhouder van de netbeheerder rekent op een vaste inkomensstroom, zal hiervan vroeg of laat de gevolgen ondervinden via nog maar eens dalende dividenden.

We moeten alleszins trachten er alles aan te doen om te vermijden dat de kleine stroomverbruikers via hoge prijzen opnieuw de lage tarieven van de hoogspanningsklanten gaan subsidiëren, een toestand die ook al bestond vóór de vrijmaking en een van de redenen was voor de liberalisering. We pleiten dan ook voor de dringende opstart van een grondig debat over de vele heffingen op elektriciteitsgebruik, én vooral over de verdeling ervan over de verschillende categorieën verbruikers. Tot eind november e.k. is het alvast afwachten om de inkomsten voor de stad te kennen. Hiervan hangt dan natuurlijk ook het begrotingswerk voor 2004 af (minder inkomsten is buikriem nog scherper aanhalen).

Voor de goede orde: de tekst van het besluit van de Vlaamse regering is hier beschikbaar.


Dit artikel verscheen op 9 oktober ook in Het Nieuwsblad

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is