OCMW-werking

Op 5 mei 2002

De taak van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) is duidelijk: elke behoeftige legale bewoner van onze stad helpen zodat hij of zij een menswaardig bestaan kan leiden. Alle mogelijke hulp is wettelijk geregeld, het OCMW voert via haar personeel, en bestuurd door de OCMW-raad haar opdrachten zo goed als mogelijk uit. Een van de belangrijkste opdrachten voor het bestuur is te zorgen dat uitgaven en inkomsten elkaar in evenwicht houden. Want de financiën bepalen de werkingsmogelijkheden van het centrum.

Op 2 april 2001 trad het nieuwe bestuur aan, waaronder onze N-VA-mandataris Eric D'hiet. En de eerste grote uitdaging lag meteen op tafel: de OCMW-financiën dreigden te ontsporen. Het vorige bestuur "vergat" bepaalde uitgaven in te schrijven in de door haar opgestelde begroting 2001! Zo was nergens de meerkost voor de verplichte toepassing van verschillende CAO's ingeschreven (kostprijs 310.000 € of 12,5 miljoen BF). En nog schrijnender: de financiering van het project Leliëndaal (bureelgebouwen en ondergrondse parking in de Lange Schipstraat) van (geschat) 11 miljoen € (440 miljoen BF) was niet sluitend. De bouwwerken waren begonnen zonder zeker te zijn van de geldelijke middelen.

Resultaat: boven op de voorziene publieke gelden afkomstig van u en ik (de belastingbetaler) moest de stad uiteindelijk in 2001 nog eens extra 330.000 € (13,5 miljoen BF) financieren boven op de 8,7 miljoen € of 348 miljoen BF. Kortom: kordate ingrepen drongen zich op. Zoniet zou de toestand onhoudbaar worden.

Van een tekort van 330.000 € in 2001 zou met de huidige dienstverlening en zonder ingrepen dit tekort jaar na jaar stijgen tot uiteindelijk 2,9 miljoen € (116 miljoen BF) in 2006. Dit betekent een stadstussenkomst van 11,6 miljoen € of een stijging met 33 % ten opzichte van 2001.

Daar bovenop komen nog een aantal zware investeringen die ons binnenkort opgelegd zullen worden door de Vlaamse regering. De rusthuizen Hof van Egmont en de Heergracht moeten dringend aangepast worden aan de nieuwe vereisten. Dit betekent ofwel renovatie ofwel nieuwbouw. Omwille van de kostprijs is geopteerd voor de laatste mogelijkheid. Voeg daarbij dat ook enkele dienstencentra evenzeer herbouwd of gerenoveerd moeten worden, en u begrijpt dat het OCMW voor enorme uitdagingen geplaatst wordt.

De Alliantie raadsleden in het algemeen en Eric D'hiet in het bijzonder hebben zich bij deze situatie niet neergelegd. Met inzet, inventiviteit, visie en samenwerking binnen de meerderheid werd eind december 2001 een meerjarenplanning goedgekeurd en aangenomen door het stadsbestuur. De stadsfinanciering aan het OCMW zal wel de drie volgende jaren stijgen, doch vanaf 2005 dusdanig dalen dat de gemiddelde tussenkomst per jaar tot en met 2006 niet meer zal bedragen dan de vooropgezette 8,7 miljoen € (348 miljoen BF).

Twee nieuwe rusthuizen, 6 bijkomende dienstencentra geïntegreerd in de wijkwerking (totaal dus 11 dienstencentra) zijn voorzien de volgende vijf jaren. Mechelen wordt een voorbeeld voor Vlaanderen!

Zonder afbreuk te doen aan de positieve verwezenlijkingen in het verleden kunnen we stellen dat het definiëren van kerntaken, de samenwerking Stad-OCMW en de planning op termijn samen zullen zorgen voor een hoogkwalitatieve dienstverlening binnen een haalbaar budget.

Dat onze werkwijze de oppositie SPa en het Blok met afgunst stemt is duidelijk. Maar dat ze daarvoor via leugens en laster vooral de bejaarden en hun familie en ook de OCMW-personeelsleden schrik aanjagen zal hen zuur opbreken. Want wij hebben "hart en handen voor onze rusthuizen en dienstencentra"!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is