U bent hier
Aantal zittenblijvers in Mechelen hoger dan Vlaams gemiddelde
Uit cijfers van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) blijkt dat het aantal zittenblijvers in het secundair onderwijs al voor het vijfde jaar op rij daalt. In vergelijking met andere centrumsteden is het aantal jongeren die hun jaar overdoen in Mechelen aan de hoge kant.
Met 5,49% zittenblijvers scoort Mechelen hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 4,11%. Het gaat om 464 leerlingen op een totaal van 8.549. Alleen in Antwerpen, Hasselt en Genk zijn er procentueel nog meer kinderen die dubbelen. Nochtans zet de dalende trend die in heel Vlaanderen merkbaar is, zich ook in de Dijlestad door. Vijf jaar geleden bedroeg het aantal zittenblijvers nog 7, 30%.
Inzetten op taalkennis
Schepen van Onderwijs Marc Hendrickx (N-VA) schrikt niet van de cijfers. “Ik weet dat we, ondanks de positieve evolutie, nog niet de beste leerling van de klas zijn. We blijven ons als stadsbestuur inzetten op onderwijsondersteuning. We doen dat van jongs af aan met verscheidene projecten. Zo proberen we iedereen gelijke onderwijskansen te bieden. Het belangrijkste blijft de taalkennis. Maar liefst 40% van de -16-jarigen in Mechelen spreekt thuis geen Nederlands. Daar zullen we op blijven inzetten. We proberen de ouderbetrokkenheid te verhogen. We gaan desnoods bij de ouders thuis uitleggen wat er van hen verwacht wordt en hoe ze de resultaten van hun kinderen kunnen opvolgen. Voorts hebben we de OKAN-klassen (Onthaalklassen voor Anderstalige Nieuwkomers) en leren we tijdens de vakantie de kinderen spelenderwijs onze taal. Ik kan niet genoeg herhalen hoe belangrijk die kennis van het Nederlands is.”
Ouders volgen advies minder
Bij een aantal grote Mechelse scholen bevestigt men de dalende trend. Danielle Longré, adjunct-directeur van BA Pitzemburg, merkt dat ook in haar school. “Het aantal leerlingen dat dubbelt, is in de loop der jaren verminderd. Bij diegenen die toch hun jaar overdoen, gaat het vaak om heel persoonlijke redenen. Iemand die langdurig ziek wordt of plots hele slechte examens aflegt. Vaak stellen we een heroriëntering voor naar een andere studierichting, maar willen de ouders daar niet op ingaan. Ik vind het niet goed om leerlingen te laten dubbelen. Dat is niet goed voor hun zelfbeeld.”
Hamid Riffi van het Scheppersinstituut bevestigt het feit dat ouders vaak zelf beslissen dat hun kind het jaar moet overdoen in plaats van te heroriënteren. “De beslissing die wij aan het einde van het schooljaar nemen, is gebaseerd op alles wat we over de leerling weten. We houden maximaal rekening met de toekomst van het kind. Als de uitkomst een B-attest is met een heroriëntatie, dan merken we dat ouders veel minder dan vroeger dat advies opvolgen.”
Directeur Rob Vanderbeek van BIM-SEM heeft niet meteen een correct zicht op de cijfers binnen zijn school, maar heeft het gevoel dat het aantal zittenblijvers redelijk constant blijft. “Wij bieden ook een TSO-richting aan. Het zou kunnen dat het percentage daar iets hoger ligt, maar ik heb de indruk dat er geen grote uitschieters zijn. Net als andere scholen zetten wij veel in op een juiste oriëntering. Geen enkele school is gediend met leerlingen die een achterstand hebben omdat de leerstof hen niet ligt. Maar het blijft moeilijk om de ouders daarvan te overtuigen. Dat is soms frustrerend.”
Bron: www.gva.be/cnt/dmf20170925_03095156/ouders-kiezen-vaak-zelf-om-kind-te-l...